In juni is de landelijke finale spelregels weer gespeeld. In dit stuk aandacht voor een aantal situaties uit de vragen van die finale:
Een inwerper staat op het moment van gooien 1 meter achter de lijn. Een tegenstander die 2 meter bij hen vandaan staat springt nu omhoog in een poging de bal te blokken.
Dit is een situatie waar een scheidsrechter alert op moet zijn in de wedstrijd. Het lijkt op het eerste zicht allemaal goed maar dat is het niet. De tegenstanders moeten namelijk op 2 meter van de zijlijn staan. In dit geval staat de tegenstander maar 1 meter bij de lijn vandaan. De scheidsrechter hoeft hier niet gelijk te fluiten hij kan voordeel afwachten maar als dat er niet is moet hij affluiten, de tegenstander een gele kaart tonen en hervatten met een indirecte vrije schop voor het team dat mocht inwerpen.
Bij het volgende geval zijn er 3 overtredingen tegelijk.
Een strafschopnemer houdt vlak voor de bal in en schiet dan op het doel. De doelverdediger is te vroeg van de doellijn gekomen en stopt de bal. Die komt terecht bij een medespeler van de nemer die te vroeg het strafschopgebied was ingekomen en die scoort.
Bij 2 overtredingen tegelijk wordt gekeken naar de zwaarste. Hier zijn ze allemaal gelijk echter een strafschopnemer die zo inhoud of een schijnbeweging maakt vlak voor de bal moet geel krijgen dus is dit de “zwaarste” overtreding op het gebied van disciplinaire straf. Dus wordt de wedstrijd hervat met een indirecte vrije schop en krijgt de nemer een gele kaart.
De volgende situatie wil je als scheidsrechter liever niet meemaken:
Een verdediger (niet de doelman) slaat de bal vlak voor de doellijn weg en voorkomt zo een doelpunt. De bal komt nu bij een niet buitenspel staande aanvaller die de bal voor het intikken heeft. Deze aanvaller raakt nu de bal zo verkeerd dat deze naast het doel gaat.
Tja de voordeelregel heeft hier duidelijk zijn werk gedaan dus kan de scheidsrechter niet meer terug naar de strafschop. Hij kan ook de verdediger geen rode kaart meer tonen, dit kartonnetje is nu in geel veranderd. Hervatting is een doelschop. Voor de oplettende kijkers bij studio sport, dit gaat in de eredivisie nogal eens verkeerd.
Dan nog een situatie die in de praktijk niet veel voorkomt:
Een speler begaat een onbesuisde overtreding waarbij hijzelf geblesseerd raakt. Voor deze overtreding toont de scheidsrechter hem de gele kaart en laat verzorging toe.
Hier moet je als scheidsrechter wel even scherp zijn. Als de speler waar tegen de overtreding is begaan geblesseerd is hoeft hij niet naar de zijlijn als de overtreder een gele kaart heeft gehad. In dit geval is het de speler die de overtreding heeft gemaakt die geel krijgt. Hij zal dus wel naar de zijlijn moeten totdat hij een teken krijgt dat hij er weer in mag.
Tot zover een greep uit situaties uit de landelijke finale. Doe er uw voordeel mee.
J.W. Kok
LCS
